Toewijzingsinstructies kennen een waarde of expressie aan een variabeleof constante toe. Toewijzingsinstructies bevatten altijd een gelijkteken (=). In het volgende voorbeeld wordt de resultaatwaarde van de functie InputBox aan de variabele yourName
toegewezen.
Sub Question()
Dim yourName As String
yourName = InputBox("Wat is uw naam?")
MsgBox "Uw naam is " & yourName
End Sub
De instructie Let is optioneel en wordt meestal weggelaten. De voorafgaande toewijzingsinstructie kan ook zo worden geschreven:
Let yourName = InputBox("Wat is uw naam?").
Met de instructie Set wijst u een object toe aan een variabele die als object is gedeclareerd. Het sleutelwoord Set moet hierbij worden gebruikt. In het volgende voorbeeld wijst de instructie Set het bereik op Blad1
aan de objectvariabele MyCell
toe:
Sub ApplyFormat()
Dim MyCell As Range
Set MyCell = Worksheets("Blad1").Range("A1")
With MyCell.Font
.Bold = True
.Italic = True
End With
End Sub
Instructies die waarden van eigenschappen toewijzen zijn ook toewijzingsinstructies. In het volgende voorbeeld wordt de eigenschap Bold van het object Font aan het object voor de actieve cel toegewezen:
ActiveCell.Font.Bold = True